over het museum:

Alles in Museum Speelklok draait om mechanieken die muziek maken in plaats van mensen die muziek maken. In de laat 18e, maar vooral in de 19e en vroeg 20e eeuw, is de wereld door wetenschap en techniek totaal veranderd. Ineens was er van alles mogelijk wat voorheen ondenkbaar was. Zo ook in de muziekwereld. Het werd mogelijk om zonder muzikanten maar met mechanieken, op ieder uur van de dag, op de gekste plekken muziek te beluisteren.

Als je een machine live muziek wilt laten maken, moet je de bewegingen van een muzikant mechaniseren. Het slaan op een bel of trommel is dan de simpelste beweging. Logisch dus dat de eerste zelfspelende instrumenten carillons waren. Ook een orgel kun je eenvoudig mechanisch maken omdat de lucht die nodig is via een blaasbalg komt. Je hoeft je dus niet druk te maken over lipspanning. Bovendien kunnen orgelpijpen heel veel verschillende instrumenten imiteren, van blokfluit tot trompet en zelfs een viool of saxofoon. De grootste uitdaging voor uitvinders uit de 19de eeuw was de viool, met de complexe beweging van de strijkstok, de druk op de snaren, het vibrato. Maar ook daar werd een geniale oplossing voor bedacht. Die kun je ontdekken in dit museum!